Beleidskeuzes en communicatie omtrent coronavaccinatie op betwistbare gronden
Eind 2020 kwamen de eerste coronavaccins op de markt. Binnen de overheid werd hiervoor een campagne voor massavaccinatie en -communicatie voorbereid. De gronden blijken onduidelijk en soms onjuist.
Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en het RIVM richtten een kernteam vaccinatie op toen bekend werd dat de eerste vaccins succesvol de eerste fasen van de klinische onderzoeken hadden afgerond. De massavaccinatie en een grondige campagne voor publiekscommunicatie werden voorbereid. Uit een reconstructie van de WOB-documenten blijkt dat sommige adviezen die de gezondheidszorg en het publiek destijds kreeg, onjuist waren of op discutabele gronden werden gegeven.
Onzekerheid over medische experimenten
Op 2 december diende het RIVM een onderzoeksvoorstel in waarmee het wilde onderzoeken om de boostervaccins van een ander type te laten zijn dan die van de primaire serie. Het onderzoek naar het mixen van boosterinjecties was op dat moment zeer opmerkelijk om verschillende redenen:
Het gaat uit van het feit dat er boosters nodig zouden zijn;
Meerdere vaccins zouden een goedkeuring krijgen;
De vaccins zouden gemixt worden.
In het najaar van 2021 werden de eerste boosters aangekondigd. In dezelfde periode werd bekend dat men de vaccintypes zou gaan mixen.
Een WOB-document van een internationale bijeenkomst op 2 december 2020 beschrijft de vraagstukken die nog spelen over de vaccins. De injecties zouden bijvoorbeeld nog verder onderzocht moeten worden in de volgende fase van de klinische onderzoeken. Andere vraagstukken zijn hoe de vaccins zich verhouden tot een natuurlijke infectie, of ze beschermen tegen transmissie, of de boosters van een ander type kunnen zijn dan de primaire serie en wat een vaccin doet bij mensen die de ziekte reeds hebben doorlopen. Kortom: op deze vraagstukken had men toen geen antwoord en er was nog veel onzeker.
Campagne ‘Je doet het voor een ander’ was misleidend
Tijdens de reclamecampagne ‘Alleen Samen’ werd vervolgens nadrukkelijk gemeld dat iedereen het vaccin moest nemen. Een veel geuite slogan bij deze campagne was ‘je doet het voor een ander’. Met deze campagneleus werden gezonde jonge mensen verleid om het vaccin te nemen. Zij hadden zelf immers niets van het coronavirus te vrezen. Zodoende waren veel mensen in de veronderstelling dat zij kwetsbaren in hun omgeving zouden beschermen, door zich te laten vaccineren. De overheidscommunicatie suggereerde immers dat de vaccins transmissie van het virus voorkwamen.
In verschillende WOB-documenten wordt echter benadrukt dat voorafgaand aan de vaccinatiecampagne bekend was dat het vaccin geen transmissie van het virus voorkomt. Het was namelijk niet onderzocht tijdens de onderzoeken en het lag ook niet voor de hand bij een respiratoir virus.
Op 9 december 2020, dus vóór de publiekelijke aankondiging dat het eerste vaccin was goedgekeurd, was bij het RIVM al bekend dat het vaccin niet zou beschermen tegen transmissie van het virus. Dit blijkt uit onderstaande interne email:
Het RIVM corrigeerde de communicatie adviseurs van het ministerie van VWS op 21 december 2020 over het transmissievraagstuk. VWS wilde in de communicatie opnemen dat het vaccin ook de verspreiding van het virus voorkomt. ‘Dat klopt in feite niet’, antwoordde de medewerker van het RIVM.
De campagne die volgde leidde tot een sterke polarisatie in de samenleving. Mensen die om persoonlijke redenen besloten zich niet te laten vaccineren, werden als asociaal en gevaarlijk voor de medemens bestempeld.
Vaccins afgeraden voor zwangere vrouwen
In een vorig artikel is beschreven hoe het advies tot stand is gekomen om alle zwangere vrouwen in te enten met één van de mRNA vaccins. Artsen kregen het advies om zwangere vrouwen niet te vaccineren en als een vrouw na het zetten van de eerste prik zwanger bleek te zijn, mocht zij geen tweede prik krijgen tot de zwangerschap was voltooid.
Nog voordat de leeftijdsgroep waarin de meeste zwangerschappen plaatsvinden in aanmerking kwam voor vaccinatie werd er groenlicht gegeven voor de inenting. Op dat moment kon er onmogelijk één volledige zwangerschap van negen maanden zijn gemonitord.
Vaccins: minder bescherming tegen de Zuid-Afrikaanse variant
Uit een WOB-document van 25 februari 2021 blijkt dat de eerste vaccins een beperkte bescherming boden tegen sommige virusvarianten die destijds in omloop waren. De ECDC kondigde aan dat hiervoor al boosters in ontwikkeling waren.
Werking bij immuungecompromitteerde patiënten onbekend
De coronavaccins waren tijdens de klinische onderzoeken niet getest op personen met een verstoord immuunsysteem. Dit moest nog worden onderzocht. Op 17 december 2020 dienden verschillende onderzoeksgroepen een aanvraag in voor financiering van een dergelijk onderzoek dat zou moeten bijdragen aan het vertrouwen in de toepassing van het vaccin in deze groepen.
Om logistieke redenen koos men voor het vaccin van Moderna. Later bleek dat dit vaccin relatief de meeste bijwerkingen veroorzaakt.
Genezen Covid-patiënten kregen één vaccin dosis
Eind 2020 kwamen kregen de eerste coronavaccins een voorlopige marktoelating. Op dat moment had een deel van de bevolking de ziekte al doorlopen en daarmee natuurlijke immuniteit opgebouwd. In hoeverre deze immuniteit bescherming bood tegen een nieuwe infectie en hoe ernstig het beloop daarvan zou zijn, was nog niet bekend. Evenmin wist men in hoeverre inenting met de nieuwe vaccins zou bijdragen aan de natuurlijk opgebouwde immuniteit. Over bijwerkingen of negatieve beïnvloeding van het immuunsysteem door de injecties kon men ook niets zeggen.
Op 8 maart 2021 bracht de Gezondheidsraad op verzoek van VWS een advies uit over vaccinatie in relatie tot de groep van Covid-19 herstelde personen. De aanbeveling luidde als volgt:
Vanwege de al aanwezige antistoffen lijkt één dosis vaccin voldoende om goed beschermd te zijn.
Eén dosis ‘lijkt’ voldoende om ‘goed‘ beschermd te zijn. Dit zou dan gelden voor maximaal zes maanden na een positieve test, omdat de verwachting was dat mensen die de ziekte hebben doorgemaakt voldoende antistoffen hebben voor ten minste een half jaar.
Eerste studie: Kleine testgroep met geen tot milde symptomen
De eerste studie waaraan werd gerefereerd in het GR-advies, onderzocht de antistoffenniveaus van 51 mensen die één vaccindosis hadden gekregen. Van de 51 personen waren er 24 ooit positief getest, met hierbij geen tot milde symptomen. Deze personen worden gecategoriseerd als ‘previous natural infection‘. De overige 27 personen hadden nooit positief getest. De antistoffen werden van beide groepjes met elkaar vergeleken na één vaccindosis.
Tweede studie: Kleine testgroep met dubieuze financiers
Aan de tweede studie namen 21 personen met een doorgemaakte Covid-19 infectie deel, tegen 51 die nooit positief hadden getest. De studie werd betaald door Wellcome Trust en het Medical Research Council, dat 5,5 miljoen dollar aan donaties van de Bill & Melinda Gates Foundation had ontvangen.
Derde studie: Irrelevant onderzoeksdoel en belangenconflict. Resultaten weinig significant
Van de derde studie is een belangenconflict vastgesteld van één van de onderzoekers. De onderzoeksvraag ging erom of één dosis voldoende bescherming bood aan personen die de ziekte hadden doorgemaakt. Bovendien ging de studie uit van een schaarste aan vaccins om zo te onderzoeken of bepaalde groepen met een dosis toe konden. In de studie vielen 26 deelnemers binnen het cohort van mensen die de ziekte met symptomen had doorgemaakt
Alle studies werden uitgevoerd op zorgmedewerkers.
De vraag of mensen met een doorgemaakte Covid-19 infectie van nature voldoende immuniteit hebben, is in één van de studies onderzocht. Hierin werd vastgesteld dat bij deelnemers aan het onderzoek na acht maanden nog altijd antistoffen tegen het coronavirus werden aangetroffen. Bij sommige antistoffenniveau’s werd een afname vastgesteld. Bij deze studie is eveneens een belangenconflict vastgesteld bij één van de onderzoekers. Bovendien werd ook deze studie mede bekostigd door Wellcome Trust.
Praktische voorbereidingen voor vaccinatiecampagne
Op 9 september 2020 circuleerde binnen het RIVM een mail waarin werd besproken om contact met leverancier Movianto op te nemen om, naar wat later bleek, koelcapaciteit voor de aan te kopen vaccins in te huren. Kennelijk was men op de hoogte van de koelingseisen van de vaccins en dat ze binnen afzienbare termijn beschikbaar zouden komen. Op 14 september werden de specificaties besproken.
De Rijksoverheid meldde op 10 september 2020 op haar website dat de verkennende gesprekken met Pfizer waren afgerond en dat de contracten konden worden opgesteld.
Op 21 december 2020 werd het Pfizer vaccin officieel goedgekeurd voor Nederlanders vanaf zestien jaar, zo was op de site van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) te lezen.
Vaccinatiedrang en digitaal vaccinatiebewijs werden direct voorbereid
Vaccinatiedrang was al eerder in voorbereiding. Uit een document dat is vrijgegeven als gevolg van een WOB-verzoek blijkt dat VWS en de NCTV op 14 december 2020 al voorbereidingen troffen voor een digitaal vaccinatiebewijs.
Uit een interne mailwisseling van 1 december 2020 blijkt ook dat juristen bezwaren zagen in een dergelijke aanpak. Het stond op gespannen voet met grondrechten en men zag met een verplichting van een negatieve testuitslag een opstapje naar vaccinatiedrang.
Observaties naar aanleiding van dit WOB-onderzoek
Vóór de start van de vaccinatiecampagne was bekend dat:
Vaccins geen transmissie van het virus voorkomen;
Er ook boostervaccinaties zouden komen;
De vaccins niet waren getest op zwangere vrouwen;
Het vaccin werd afgeraden voor zwangere vrouwen door de fabrikant Pfizer;
De vaccins mindere bescherming hadden tegen de Zuid-Afrikaanse variant;
Het Corona Toegangsbewijs (CTB) werd voorbereid en segregatie van de bevolking in gang werd gezet.
Daarnaast werden onderzoeken gestart naar:
Het mixen van vaccins: boosters van een ander type dan de primaire serie;
De effecten van vaccins op immuungecompromitteerde patiënten. Het is onduidelijk of deze mensen goed zijn geïnformeerd over hun deelname aan een medisch experiment. Deze groep kreeg zelfs voorrang in het vaccinatieprogramma.
Tot slot werd op flinterdunne grond een advies uitgebracht door de GR om één vaccindosis te geven aan mensen die in de afgelopen zes maanden Covid19 hadden doorgemaakt. In het licht van de op handen zijnde vaccinatiedrang en segregatie, valt niet uit te sluiten dat het advies hiermee verband hield.
Wat is dit?