Zwangere vrouwen aangemoedigd voor coronavaccin, ondanks ontrading RIVM
Vier maanden na de start van de vaccinatiecampagne werden zwangere vrouwen aangemoedigd om zich te laten vaccineren, ondanks dat het RIVM en de fabrikant dit aanvankelijk expliciet hadden afgeraden.
De farmaceuten hadden in de klinische studies de effecten van de coronavaccins niet onderzocht op vrouwen die in verwachting waren. De injecties werden zelfs expliciet door hen afgeraden en het RIVM nam dit advies over.
Bijwerkingencentrum Lareb ging onderzoek doen naar de effecten van de injecties op zwangere vrouwen en het (ongeboren) kind. Deze resultaten zouden niet eerder dan in 2022 beschikbaar zijn.
Kort na de start van de vaccinatiecampagne werden zwangere vrouwen echter aangemoedigd om zich toch te laten vaccineren tegen Covid-19 met één van de mRNA vaccins. Het is onduidelijk op welke grond dit is gebeurd. Het is niet ondenkbaar dat de vaccinatiedwang die kort hierop volgde een rol heeft gespeeld in dit herziene advies.
De komst van het Corona vaccin
Op 21 december 2020 publiceert het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) op haar website dat het eerste coronavaccin is goedgekeurd voor Nederland en Europa. Het gaat om het mRNA-vaccin van Pfizer/Biontech.
In die tijd was er nog weinig bekend van het vaccin, behalve dat Pfizer zelf een onderzoek had uitgevoerd gedurende de zomermaanden van 2020 op circa 40.000 mensen waarvan de helft tot de controlegroep behoorde. De laatstgenoemde categorie had in plaats van het vaccin een placebo in de vorm van een zoutoplossing toegediend gekregen. Tijdens dit onderzoek werden zwangere vrouwen geëxcludeerd, ook wanneer zij zich pas beseften zwanger te zijn na toediening van het vaccin.
Geen onderzoeksdata over effecten
Er waren dus geen onderzoeksdata over effecten van de vaccins op zwangerschappen.
Het RIVM bevestigt dit in een interne e-mail. Er zijn geen onderzoeksdata.
Advies Pfizer: Zwangere vrouwen niet vaccineren
Pfizer had zelf een handleiding geschreven voor artsen die betrokken zouden zijn bij de op handen zijnde massavaccinatie. Hierin gaven ze aan dat er weinig ernstige bijwerkingen waren te verwachten, maar dat wel de nodige voorzichtigheid moest worden betracht omdat er geen onderzoek naar was gedaan.
Binnen het Ministerie van VWS was deze informatie ook bekend. Zo blijkt uit een interne mailwisseling waarin het RIVM-advies wordt besproken. Vaccinatie werd afgeraden tijdens zwangerschap. Mocht een vrouw er te laat achter komen dat ze zwanger was en al één prik hebben gekregen, dan mocht de tweede prik niet worden toegediend tot na de zwangerschap.
Het advies van de Gezondheids Raad (GR) luidde aan het begin van de vaccinatiecampagne dat zwangere vrouwen nog niet het vaccin mochten ontvangen en moesten wachten tot na de zwangerschap. Ook meldde de GR dat er weinig bijwerkingen werden verwacht en dat vrouwen die zich toch wilde laten vaccineren tijdens hun zwangerschap, dit konden laten doen. Vrouwen die te laat hadden opgemerkt dat ze zwanger waren ten tijde van de vaccinatie, zouden worden gemonitord door bijwerkingencentrum Lareb.
Lareb: geen onderzoeksresultaten vóór 2022
Omdat er geen onderzoeksdata beschikbaar waren, moesten deze worden verkregen door zelf onderzoek te doen naar de effecten van de vaccins op zwangerschappen en het (ongeboren) kind. Hiervoor diende het bijwerkingencentrum Lareb een onderzoeksvoorstel in, waarbij zwangere vrouwen zouden worden uitgenodigd voor de vaccinatie. Tevens stelde het Lareb dat het succes van het onderzoek samenhing met het aantal zwangeren dat zou deelnemen.
De onderzoeksresultaten zouden niet voor 2022 beschikbaar komen omdat het Lareb in 2021 nog te weinig data beschikbaar zou hebben. Bovendien duurt een gemiddelde zwangerschap negen maanden.
NVOG verwijst naar onderzoek uit Verenigde Staten
Op 22 april 2021 raadt de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) zwangere vrouwen aan zich met een mRNA vaccin van Pfizer of Moderna te laten inenten. De vaccinatiecampagne in Nederland was toen net op gang gekomen. Nadat eerst het zorgpersoneel en de ouderen waren gevaccineerd, kwamen de jongere leeftijdscohorten aan de beurt. Mensen tussen de 25 en de 40 jaar -het leeftijdscohort waarbinnen de meeste zwangerschappen plaatsvinden- konden rond de zomer van 2021 een uitnodiging voor de prik verwachten.
Als basis voor dit advies, vermeldde de NVOG op 22 april 2021 dat destijds 90.000 zwangere vrouwen in de Verenigde Staten waren gevaccineerd zonder noemenswaardige bijwerkingen te hebben ondervonden.
Op 23 september, circa negen maanden na de start van de vaccinatiecampagne, verscheen een soortgelijk advies op de website van het RIVM. Zwangere vrouwen konden zich laten vaccineren met een mRNA-vaccin.
Datzelfde advies staat nog altijd op hun site. Op de site van Lareb staat eveneens een advies voor zwangere vrouwen om zich te laten vaccineren.
De link naar de NVOG waar het Lareb naar verwijst, bevatten geen onderzoeken of resultaten daarvan. Alle overige onderzoeken waar het Lareb momenteel op haar site naar verwijst, zijn van ná augustus 2021. Bij één van de studies waaraan wordt gerefereerd is een belangenconflict van de hoofdonderzoeker vermeld.
Vragen naar aanleiding van dit wob-onderzoek
Het voorgaande roept nu de volgende vragen op:
Wat is de status of de uitkomst van het onderzoek dat het Lareb heeft gedaan?
Waren de zwangere vrouwen die hebben deelgenomen aan het onderzoek op de hoogte van het feit dat zij deelnamen aan een medisch experiment?
Zijn er ook wetenschappelijke publicaties waarop de NVOG haar advies van 22 april 2021 baseerde om zwangere vrouwen te vaccineren?
Hoe kan na circa vijf maanden vaccineren een positief advies worden gegeven aan in verwachting zijnde vrouwen terwijl een gemiddelde zwangerschap negen maanden duurt?
Tot slot
Inmiddels is uit recent onderzoek gebleken dat mRNA-deeltjes via de moedermelk aan een zuigeling kan worden doorgegeven. Iets dat eerder niet werd verwacht.
De laatste vraag die dit alles oproept, is of de snelle goedkeuring voor zwangere vrouwen iets te maken heeft gehad met de vaccinatiedrang en het op handen zijnde Corona Toegangsbewijs (CTB).
Weer een voorbeeld van slecht gefundeerde beslissingen en onvolledige voorlichting aan de betrokkenen. Bij het laatste onderzoek dat mRNA deeltjes aantoonde in moedermelk is nog een andere observatie van belang, namelijk dan de mRNA deeltjes dus vanuit de injectieplek gemigreerd zijn naar de melkklieren. Tot nu toe is de officiële lezing, dat het mRNA in het spierweefsel op de injectieplaats blijft en daar het spike proteine aanmaakt dat de afweer activeert. Als het mRNA naar de melkklieren migreert kan dat dus ook naar andere organen, bijvoorbeeld het hart, en daar ontstekingsreacties veroorzaken.